Categoriearchief: italie

Italia tre: Acqua

Ik zag gisteravond dat ‘we’ in Nederland op het journaal zijn, en wel bij het weerbericht en wel omdat het weer hier zo slecht is. Dat klopt; terwijl ik dit typ dondert het weer boven ons hoofd.
Op zich niet heel erg (hey we hebben een paar prachtige weken achter de rug) maar het duurt nu toch wel al een tijdje. En dan ga je merken dat een goed (geoutilleerd) huis best fijn kan zijn.
De laatste paar weken zijn wij er al achter gekomen dat op de vraag: ‘is een vakantiehuis geschikt om voor langere termijn in te wonen’ het antwoord ‘nee’ is.
Tenminste dít vakantiehuis niet. Het is duidelijk voor de korte termijn ingericht. Waar ik het tijdens een twee weken durende vakantie vaak nog wel aandoenlijk vond, ‘goh wat een grappig kookstelletje en wat geeft het dat de oven niet lager dan 200 graden kan, en wat een rare borden/messen/kopjes, en ach die theedoeken kunnen ook wel over een stoel’, beginnen dit soort zaken nu toch wat te irriteren. Alles is eigenlijk ouwe meuk of goedkope rotzooi. Met die oven kan ik dus niets, het gasstel komt nog net niet uit een poppenhuis (1 pit in gebruik en er past schuin tegenover nog nét 1 andere pan(netje)), opscheplepels buigen door, glazen breken, en gisteren zakte R door een stoel.
Komt dus bij de werkelijk moesson-achtige regenval waardoor meerdere lekkages (ik ga nú even weer een paar van die goedkope flutpannetjes her en der op de grond zetten…) en het gegeven dat de slaapkamermuur zó volgezogen is dat R nu de ándere slaapkamer als Master Bedroom aan het inrichten is. Deze Italië-exercitie heeft heel wat leermomentjes.

We zijn maar eens een andere woning gaan bekijken gisteren. (Ons ‘eigen’ huis’ en het buurdorp waarin een écht huis.)

Goed. Dit behandeld hebbende, over naar wat vrolijker makende zaken. Zoals daar is een dag zoals ze er ook zijn: R werkt buiten, onze buurhondjes spelen wat met elkaar en ik help de buurman met het verbranden van olijftakken. Dit romantisch gegeven bleek in werkelijkheid loodzwaar werk te zijn.
Te zien is één vuur, gaande waren er op dat moment vier.
De dag was warm, het slepen met takken was warm en het vuur was warm. Samen maakte dit pure hitte.

Ik krijg met de dag meer respect voor de mensen die hier wonen en op het land werken. Het is een ontzettend zwaar bestaan, zeker nu in de lente. Alles knalt hier werkelijk uit elkaar, in een ontzagwekkend tempo. Kijk je de ene dag nog door een boom heen, hebben in één nacht de blaadjes zich opeens allemaal ontvouwen. Prachtig om te zien en mee te maken, maar er valt bijna niet tegenop te snoeien en maaien.
Over ‘knallen’ gesproken, dit verschijnsel deed zich voor in de tuin van een vriendin. Hoezo voortplanten… (blijf kijken midden bovenin naar de verticale grijze boon, of kijk hem gewoon 2 keer).

En dan zijn er nog de dingen waarvan wij ons af vragen: ‘maar hoe moeten we dan reageren?’
Bijvoorbeeld als er een aardbeving is (ik werd half wakker en wiegde wat in bed, R sliep er doorheen) of als het elektronisch waarschuwingsbord voor overstekende herten opeens gaat knipperen als je er langs rijdt (sommige gebieden zijn hier uitgerust met detectie-apparatuur, ik neem aan omdat het aantal aanrijdingen wat al te dol werd).
Remmen? 60 in plaats van 80 rijden (waarbij 60 volgens mij nog steeds vrij dodelijk is)? Onze tactiek is nu om als bezetenen om ons heen te kijken en hardop tegen de onzichtbare beesten te zeggen dat ze nú níet moeten oversteken. Works like a charm.

Italia due

Bijna niets gaat in Italië zoals we gewend zijn.
Ik had al een week last van een oor dat steeds dichter ging zitten. Van de locals hadden we gehoord dat je dan naar een ‘Otorinolaringoiatra’, een KNO-arts moet gaan. Niet naar de huisarts want die mag geen medische handelingen uitvoeren, en een oor uitspuiten is hier een medische handeling.
Het was dinsdag, maar bij het instituut dat ons getipt was konden we pas vrijdag terecht dus even verder gebeld. Er bleek nog een ander instituut waar ik meteen terecht kon, dus op naar Siena. Daar aangekomen haalde een oude dokter een doos van een stoffige plank, waarin een otoscoop (zo’n ding om mee in je oren te kijken). Conclusie: een verstopt en ontstoken oor. Of hij het kon uitspuiten? Nee, want dat mocht hij niet. Verwarring compleet; dit bleek toch geen KNO-arts te zijn. Oplossing: pijnstillers en antibiotica (in Italië geven ze basically voor álles antibiotica). Ik werd hier niet blij van, dus heeft Rolf snel alsnog het eerste instituut gebeld, en ja, vrijdag kon nog steeds, zelfde tijd, ‘si si: signora Feltkamp’.
Dat was vandaag. Aldaar aangekomen keek ik wat rond in de kliniek. Tot mijn stomme verbazing hingen daar ontzettend veel foto’s van voetballers uit de Serie A met telkens weer dezelfde ontzettend trotse (en ijdele) sportarts, en een gesigneerd shirt van Pogba!
Als voetballiefhebber erg grappig om te zien.

Maar goed, de afspraak dus. Ik bleek niet in de agenda te staan… Ik werd wat wanhopig, want anderhalve week in een soort wattenhoofd leven is erg onprettig. Gelukkig is Rolf’s Italiaans beter dan het mijne en was de receptioniste toeschietelijk. Na haar overleg met de arts vertelde zij dat ik toch bij hem terecht kon, mits wij achter hem aan konden rijden naar Rapolano Terme, 25 km ten Oosten van Siena, en dan zou ik de eerste zijn…
Huh?!
We begrepen het goed. Hij werkte daar ook, in de terme, en moest daar stipt om 11.00 zijn. Na 15 minuten wachten kwam er een arts aangesneld en hij gebaarde inderdaad dat we achter hem aan moesten rijden met onze auto.
En toen ging het los! We waren het parkeerterrein nog niet af of hij zette het gas erop. En niet zo’n beetje. Als een Formule 1 coureur ging hij over de snelweg… en wij dus ook want we wilden hem niet kwijtraken. We zijn wel wat gewend hier inmiddels, maar hij ging wel heel erg ver over de toegestane snelheid heen. Waar 60 km werd aangegeven ging hij soms 100, waar 110 werd aangegeven tikten we de 150 aan. We zaten redelijk te ‘holy shit-ten’ in de auto.
Oh ja, en de Italiaanse wegen zijn over het algemeen vrij slecht, met veel gaten.
Aangekomen bleek het een erg rustige vriendelijke man die mijn oor uitspuitte en concludeerde dat er niets ontstoken was (yes!). De rekening was 17,= euro.
Nu afwachten of, en zo ja, hoeveel verkeersboetes we gaan ontvangen.

Ik ga proberen wat vaker te posten, want we maken hier best veel bijzondere dingen mee. Maar ik moet zo de keuken in want er moet een grote pan ‘ragout’ gemaakt worden!

Nog wat foto’s dan maar.

Vanuit Florence, waar we op een zondag naar een concert zijn geweest (Joan as Police Woman, luister haar!) om de dag erop zus van het vliegtuig op te halen. Maar dat vliegtuig kwam door vertraging 8 uur later aan, dus ‘moesten’ we de dag in Florence doorbrengen.
Eten, Banksy-achtige schoonheid en… pure armoede in beeld.

Nog meer eten:

En nog wat losse foto’s: Certaldo, toeristisch maar toch erg mooi, wijnvaten in een oud verlaten kasteel waar we zijn binnengedrongen (Falsini) en het Paasvuur!

Italia uno

Zojuist wakker geworden van een zware onweersbui en inmiddels hagelt het. Toscane laat ons de eerste 3 weken van ons verblijf echt alle hoeken van de kamer zien.
Uit bed dan maar, broek over slaapshort, jas over t-shirt en naar buiten om hout te pakken om de stufa weer wat leven in te blazen.
Alhoewel het niet echt steenkoud is, en er ook andere verwarming is, is zo’n ding ook gewoon retegezellig.

Eerder was hij wel noodzakelijk. Toen we aankwamen was het al behoorlijk frisjes, maar binnen drie dagen sloeg dit om naar echt berekoud (gelijk aan Nederland zo begreep ik).
En sneeuw… veel sneeuw. Niet perse uitzonderlijk hier in februari, maar ook weer niet erg gangbaar.

Maar mooi dat het was… vaak adembenemend en soms ook vervreemdend. Een totaal verstilde wereld.

De laatste foto… tja, zulks kan dan ook gebeuren. Nadat wij 3 dagen het dal niet uit hadden kunnen komen met de auto (klauteren naar het dorp was het die dagen), hadden we op een moment dat het
net even kon (naar voorbeeld van onze buurman Roberto) toch de auto ‘naar boven’ weten te krijgen. Op aanraden van Roberto op een plek langs de openbare weg gezet, want we moesten hem boven laten staan omdat het opnieuw zou gaan sneeuwen en misschien ijzelen. Nu ja, dat laatste klopte dus. De ijzel bleek zo zwaar dat olijfbomen treurden, struiken over de weg hingen en een enorme tak van een ‘pino’ afbrak en precies op onze auto viel. Zoiets gaat hier dan als een lopend vuurtje via de buurt-tamtam, dus kom je later in het dorp, dan weet iedereen ervan.
Maar het heeft ook een mooie functie, want wij hadden nog van niks geweten ware het niet dat een voorbijganger een bekende had gebeld (‘zijn dat niet die Hollanders van…’) en die bekende weer Roberto, waarna ‘klop, klop’op de deur.
Ontzettend behulpzaam en aardig zijn de mensen hier, maar ik moest ook grinniken over een bevestiging van een eigenschap van – ja ik durf het te zeggen – ‘De Italiaan’ die ik door dit akkefietje kreeg: Italianen weten veel dingen beter. Wat eten betreft wist ik het al, maar over de auto: ‘hoe konden jullie die auto onder de pino zetten?!’Nou, op aanraden van Roberto, die zei dat hij daar het beste stond. ‘Hoe kan hij dat nou zeggen, die bomen zijn juist breekbaar?!’. Ze zijn het zeg maar niet altijd met elkaar eens.

Verder begin van de lente en veel beestenboel: een hagedis uit de spoelbak vissen (uit het plafond gevallen) die dankbaar in je vinger bijt, dagelijks een paar miljoenpoten naar buiten gooien, bezoek van buurtpoes en een ‘hond’ tegenkomen.

En ik werd 50 en kreeg deze geïmproviseerde taart!

Tot slot nog een filmpje: